Zilver worden

Amsterdam, april 2021

 

Het leek alsof mijn haar glinsterende sterren spetterde. Ik had flinke koorts en dit was wat ik zag toen ik in de spiegel keek. Het verwonderde me nogal en ik kan me herinneren hoe ik extra moeite deed om helder te zien wat er gebeurde op mijn hoofd. De sterren bleken mijn beginnende grijs-zilveren haren te zijn. Ik besloot mijn haren nooit te gaan verven. Het was in dezelfde periode een paar jaar geleden dat ik een quote van Brené Brown las: “Midlife. When the universe grabs your shoulders and tells you: I’m not f-ing around, use the gifts you were given.”

 

Ik ben dus zilverend en ik probeer uit te vinden wat dat aan mij vraagt. Op dit terrein voel ik me jong en zoekend, ik laat me dan ook mentoren door andere zilverharigen. De allerbelangrijkste vraag lijkt mij te zijn hoe ik een goede voorouder word. Wat laat ik als gift achter als het mijn beurt is om dood te gaan? Of dat morgen is, of pas over jaren, dat maakt voor het wegen van de vraag niet uit. Wat laat ik achter aan mijn kinderen, en alle anderen die er al zijn of nog geboren gaan worden, ook ver van mijn geboortegrond vandaan?

 

Mede door de klimaatcrisis en de zesde massa-extinctie ben ik me knetterbewust geworden van hoe onlosmakelijk verbonden we zijn en hoe onverbonden we ons gedragen. Dat wat we hier doen in onze consumptiemaatschappij heeft namelijk tot gevolg dat vele mensen en dieren lijden onder de gevolgen van klimaatverandering, en dat zal in de toekomst alleen maar toenemen. En ondanks dat informatie zich sneller dan ooit over de wereld verspreid en we al decennia weten dat we de leefbaarheid op aarde tarten, gaan we gewoon door met gedrag wat sterven van mens en dier vergroot. Hoe Nederland heeft gestemd bij de laatste verkiezingen of hoeveel vlees er nog steeds wordt gegeten zijn voorbeelden van het onvermogen of de onbereidheid van de meerderheid om klimaatwetenschap serieus te nemen. En het verbijsterd me. Deze crisis gaat over de mate waarin we onrecht toestaan en is daarom uiterst sociaal. In mijn ogen is het alsof de Westerse mens een ethische update nodig heeft.

 

Dit is de context waarbinnen ik vragen aan mijzelf stel over wat mijn rol is in dit geheel. Wat kan ik brengen, en hoe breng ik dit zo effectief mogelijk? Dit is een grote context, die mijlen verder beweegt in tijd en ruimte dan de geprivilegieerde persoonlijke ontwikkelingscontext waarin ik mij jarenlang heb begeven. Het is de enorme urgentie van deze tijd die mijn proces van zilveren meer existentieel en radicaal maakt. Wat maakt een goede voorouder?

 

Mijn antwoorden bevatten grote ideeën zoals met vreedzame burgerlijke ongehoorzaamheid een revolutie starten om het kapitalistische en politieke veld te veranderen. Of gaan werken met grote groepen mensen aan collectief trauma om de verbondenheid met onszelf, elkaar en de natuur weer bewust te maken, omdat een-op-een sessies slechts minuscule druppels op een gloeiende plaat zijn. Soms ren ik mezelf hierin voorbij en soms word ik ingehaald door grote golven machteloosheid.

 

En dan denk ik aan het verhaal van de sterrengooier. Een jongetje gooit één voor één aangespoelde zeesterren terug de zee in. Een oude man aanschouwt dit en zegt hem dat dit niet veel zin heeft, omdat er duizenden zijn aangespoeld en het jongetje ze nooit allemaal kan redden. En dan zegt het jongetje terwijl hij een ster teruggooit in de zee: “Het heeft wel zin voor deze”.

 

Een goede voorouder zijn gaat niet alleen over wat ik doe, maar vooral over de intentie waarmee ik doe wat ik doe. Dat ik me afvraag wat een goede voorouder is, gaat over de erkenning dat ik kinderen het leven in heb gebracht die onvermijdelijk met rauw hartezeer worden geconfronteerd. Kinderen die er niet om hebben gevraagd geboren te worden, en die door mijn levenslust nu leven in een tijd van sterven. Ze begrijpen nu waarschijnlijk nog niet hoeveel verdriet mij dit doet en hoe dit gaat over liefde die zo enorm is dat mijn hart keer op keer breekt en openbarst.

 

Stephen Jenkinson is een voorouder die mij richting geeft. “Als rouw je leert over de vergankelijkheid van het leven, dan verdiept het je gehechtheid eraan. Je verdiept je capaciteit om lief te hebben als je weet hoe als stof het is. Wees niet bang, hou niet steviger vast, dat is het recept.” En dan citeert hij Leonard Cohen. “So come my friends, be not afraid. We are so lightly here. It is in love that we are made, and in love we disappear.”

 

Ik ben dankbaar voor mijn zilveren haren. Zij herinneren mij aan dat ik liefheb wat niet blijft. Een goede voorouder, ik blijf zoeken naar wat dat is voor mij. Ik vermoed dat grijze haren met trots dragen een begin zou kunnen zijn.

 

Gepubliceerd als blog voor Bodymind Opleidingen.